
2015: voortbestaan kabinet staat op het spel
Een voorspelling doen hoort bij begin januari, ook al wil je er later in het jaar meestal niet aan worden herinnerd. Heel soms valt in de politiek het 'onvermijdelijke' te voorzien, maar het meest safe is je te beperken tot de wet van Margaret Thatcher: 'The unexpected always happens'.
Politieke journalistiek is vaak jongleren met de waan van de dag. Aan de dag van morgen kom je meestal net niet toe. Toch hier een schets van wat we de komende maanden kunnen verwachten en wat mogelijk een scenario voor turbulentie wordt.
Zo staat het voortbestaan van het kabinet Rutte op het spel. Daar is premier Rutte onlangs in NRC zelf over begonnen. Hij heeft de provinciale statenverkiezingen – op 18 maart – opgewaardeerd tot "landelijke verkiezingen" die "direct ook het kabinet raken". Waarmee de toon voor het eerste half jaar is gezet.
De premier gebruikt de Statenverkiezingen om uiteindelijk zoveel mogelijk steun voor de coalitie in de Eerste Kamer te verwerven. Een omslachtige route, maar het is nu eenmaal aan de 566 gekozen Statenleden op 26 mei de Senaat te kiezen. Via een omweg begint het er wel op te lijken dat we nu voor het eerst Eerste Kamerverkiezingen hebben. Zeker als de politieke leiders zich vol in de strijd werpen.
Het wordt een rare campagne. Als de premier als VVD'er op campagne gaat, gaat Lodewijk Asscher, de vice-premier, dat als PvdA'er ook doen. En wordt dan de coalitie inzet van de campagne of gaan beiden de eigen partijstandpunten uitventen? Dat laatste is het meest logisch, maar tegelijkertijd verscherpt het de verhoudingen in het kabinet. En hoe gaan de drie steunpilaren van het kabinet – D66, Christenunie en SGP – campagne voeren?
Strategisch is het niet logisch om het mede door hen ondersteunde regeringsbeleid aan te prijzen. Het kabinet is na de kerstcrisis wankelend het nieuwe jaar ingerold en vertoont ziekteverschijnselen. Pechtold, Slob en Van der Staaij willen zeker niet gezien worden als verplegers die de zieke er weer bovenop willen helpen.
Sowieso gaat het er in een campagne om je van elkaar te onderscheiden en niet om elkaar tijdens debatten joviaal op de schouder te slaan. Politieke geloofwaardigheid komt daarmee wel onder druk te staan. Elkaar bestrijden – wat zeker voor de coalitie geldt – en tegelijkertijd niet zónder elkaar kunnen, is moeilijk uit te leggen.
Maar electorale schadebeperking is voor de PvdA alleen mogelijk als er meer afstand wordt genomen van het kabinetsbeleid. Veranderingen en bezuinigingen in de zorg, het sluiten van sociale werkplaatsen, verscherpte regels in de bijstand, de JSF, uitstel beperking van de topinkomens, daarvan worden PvdA'ers niet vrolijk. Een koopkrachtfooi van ¾ procent voor een enkeling wordt in sociaaldemocratische kring niet als bonus gezien.
Er komt een leiderschapsdiscussie als de peilingen voor de PvdA werkelijkheid worden. Een discussie die er sowieso komt als Asscher in de campagne meer zichtbaar is dan partijleider Diederik Samsom.
Bij de VVD zijn ze van huis uit opgewekter, maar vrolijk zijn de liberalen evenmin. Nivelleren, belastingverhogingen, naheffingen, duurder autorijden, het is VVD'ers een gruwel. En als het zorgplan – verworpen in de senaat door toedoen van opstandige PvdA'ers - van hun topper, Edith Schippers, er voorlopig niet doorkomt, laait de veenbrand weer op. Je dreigt meestal, zoals Schippers tijdens de kerstcrisis deed, maar één keer met opstappen.
En waarom zou Alexander Pechtold schaduwminister blijven, als D66 goed scoort op 18 maart? Moet het CDA niet worden vergeten. De christendemocraten hebben geen akkoord getekend en koersen bijna onopgemerkt af op winst.
Voor elk meningsverschil bestaat een compromis. Dat is de Nederlandse politieke cultuur. Maar wantrouwen, sfeerbederf, doen wat je niet kan verkopen, draagvlakverlies bij het electoraat veroorzaakt uiteindelijk erosie in een coalitie. En als VVD en PvdA straks in de Eerste Kamer zelfs mét steunpilaren erbij opgeteld geen meerderheid halen, dan wordt het lastig regeren.
56 procent van de kiezers kwam bij de vorige Provinciale Statenverkiezing de deur uit. Dat kan wel meer worden, want het is zoals de premier zei "een landelijke verkiezing" en die gaat over de vraag: ja of nee tegen het kabinet.