Op 2 november 2004 werd Theo van Gogh in Amsterdam vermoord door Mohammed Bouyeri. 15 jaar later blikken we terug met twee hoofdpersonen uit die tijd, Job Cohen en Ahmed Marcouch. "Salafistische organisaties vormen een gevaar", zegt Marcouch.

Stilzitten doet de Arnhemse burgemeester Marcouch niet meer sinds de moord op Theo van Gogh. Hij werd die dag plotsklaps gelanceerd als woordvoerder van de Amsterdamse moskeeën. "Ik heb dezelfde avond al vanuit de islamitische gemeenschap de aanslag en de moord veroordeeld."

'Bloed trekt weg uit je gezicht'

Cineast en opiniemaker Van Gogh werd op 2 november 2004 vroeg in de ochtend op straat neergeschoten en gestoken door moslimextremist Bouyeri. "Dit is verschrikkelijk", herinnert Job Cohen zich zijn eerste gedachte. "Het bloed trekt weg uit je gezicht."

De aanslag op Van Gogh was een beslissend moment in zijn burgemeesterschap. "Schandelijk dat dit gebeurt. In Amsterdam, stad van de vrijheid. Ben je gek geworden", vertelt Cohen. De stad kwam onder hoogspanning te staan. Er werd in de avond een lawaaidemonstratie gehouden waar niet alleen vrienden van Theo spreken, maar ook Cohen en toenmalig minister Rita Verdonk.

De boel bij elkaar

Theo van Gogh was een van de criticasters van de burgemeester. Hij noemde Cohen een theedrinker, vond hem een slapjanus. "Ik was het daar totaal niet mee eens", vertelt Cohen. "Maar ik was wel, vanaf het moment dat ik burgemeester was, van de boel bij elkaar houden. En ik vind dat nog steeds ontzettend belangrijk."

Ahmed Marcouch, toen nog onbekend, noemt de moord een 'wake-up call'. Hij pleitte voor meer zelfkritiek vanuit de moslimgemeenschap. Ook hamerde hij er op dat gematigde moslims zich publiekelijk moesten uitspreken tegen de ultra-orthodoxe stroming binnen de islam: het salafisme. Hij merkte daarnaast dat er in Nederland vooral generaliserend gesproken werd over de islam. "Ik merkte dat er weinig kennis was van al die stromingen en de risico's die daaraan zouden hangen."

Maatregelen niet voor niets

Na de aanslag volgden grote veranderingen. Er werd geïnvesteerd in buurtvaders, straatcoaches en in de opsporing van radicale jongeren. Toch werd Amsterdam 5 jaar geleden opnieuw opgeschrikt door radicalisering en een grote groep Syriëgangers.

Job Cohen vindt dat de maatregelen van toen niet voor niets zijn geweest. "Je weet niet wat er anders was gebeurd. Dat vind ik het lastige van preventieve maatregelen. Je weet niet in hoeverre die echt werken. Maar ze zijn wel heel erg belangrijk."

info

Levenslang op de Terroristenafdeling

De moordenaar van Van Gogh kreeg in 2005 levenslang voor de moord op Van Gogh. Mohammed Bouyeri is nooit in beroep gegaan tegen die straf. Hij heeft nooit spijt betuigd over zijn daad en zei dat hij handelde namens zijn geloof. Bouyeri zit zijn straf uit op de Terroristenafdeling (TA) van de penitentiaire inrichting Vught.

Gedetineerden op de TA zitten in een zogenoemd 'individueel regime'. Ze zijn verspreid over 6 afdelingen, afhankelijk van hun eigen achtergrond en zaak. Er is een dagprogramma dat ze uitvoeren met een medewerker van de gevangenis of in een kleine groep. Onlangs verscheen een positief rapport van de Inspectie Justitie & Veiligheid over het regime op de TA.

'We weten nu wie het zijn'

Ook de stad waar Marcouch sinds 2 jaar burgemeester is, Arnhem, werd in 2014 geconfronteerd met uitreizigers en radicalisering. De verdachten die vastzitten voor een verijdelde aanslag komen uit zijn stad. Hij noemt de arrestatie van de zeven mannen een 'groot compliment' voor de diensten. "En voor iedereen in de buurten en wijken dat we op tijd konden ingrijpen."

"Het verschil met 15 jaar geleden is dat we tegenwoordig kunnen zeggen dat we weten wie het zijn, dat we daar bovenop zitten", zegt Marcouch. "We hebben veel geleerd, maar we mogen niet verslappen." Hij vindt het van belang vooral stil te staan bij het gedachtegoed waarmee ze 'gelegitimeerd' aanslagen plegen: het salafisme.

'Gevaar voor openbare orde'

Toch vindt Marcouch dat de moslimgemeenschap zich nog altijd onvoldoende uitspreekt tegen het salafisme. "Daar ligt voor een groot deel een verantwoordelijkheid voor opvoeders. Er ligt een verantwoordelijkheid voor de religieuze gemeenschap dat we duidelijk maken dat salafistische organisaties een gevaar vormen voor onze openbare orde en veiligheid." Zijn boodschap is sinds 2004 onveranderd.

Hij pleit er dan ook al langer voor om salafistische organisaties te verbieden. "We moeten werk maken van het ontmantelen van salafistische organisaties, omdat hun streven in strijd is met de openbare veiligheid."

audio-play
Tv-reportage EenVandaag: 15 jaar na de moord op Theo van Gogh: 'We mogen niet verslappen'

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.