Volgens kiezers van de formerende partijen zou Nederland op z'n minst moeten proberen om internationale asielregels aan te passen. VVD- en NSC-kiezers willen dat een volgend kabinet zich tot die tijd wel aan de huidige regels houdt, PVV-stemmers niet.

Dat blijkt uit onderzoek van EenVandaag onder ruim 11.000 kiezers van de formerende partijen. Migratie houdt de gemoederen aan de formatietafel flink bezig. Internationale regels, zoals het VN-vluchtelingenverdrag en het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, zijn vooral voor de PVV een doorn in het oog, maar die nu al negeren kan Nederland internationaal duur komen te staan.

Niet heilig voor kiezers

Internationale afspraken zijn voor kiezers van formerende partijen allesbehalve heilig. In de achterban van de PVV en BBB wil vrijwel niemand dat Nederland zich daaraan houdt. Maar ook maar weinig kiezers van de VVD (13 procent) en NSC (11 procent) vinden dat Nederland zich aan internationale verdragen moet blijven houden, ook als een kabinet daarmee minder mogelijkheden heeft om migratie te beperken.

Compleet negeren, zoals kiezers van de PVV willen, gaat VVD- en NSC-kiezers nog wel een flinke stap te ver. Het liefst zouden zij zien dat Nederland zich voor nu aan internationale verdragen houdt, maar tegelijkertijd gaat proberen die aan te passen om strenge asielwetten op de langere termijn mogelijk te maken.

Wat moet een volgend kabinet doen als het gaat om internationale verdragen?

'Verantwoord veranderen'

Zo vinden VVD-kiezers dat tijden zijn veranderd en dat Nederland moet meebewegen. "Bij het sluiten van de verdragen had Nederland meer ruimte, geld en middelen dan nu om vluchtelingen te helpen", legt een panellid uit.

NSC-kiezers vinden wel dat Nederland de rechtsstaat moet respecteren bij een poging om de verdragen aan te passen. "Wetten en verdragen zijn niet in steen gebeiteld, maar veranderen moet wel verantwoord gebeuren", zegt een van hen.

info

Aan welke regels moet Nederland zich houden?

Als het gaat om de opvang van vluchtelingen heeft Nederland zich te houden aan de volgende internationale verdragen:

  • VN-vluchtelingenverdrag (1951): Dit verdrag bepaalt wie een vluchteling is en welke rechten zij hebben. Het stelt ook verplichtingen aan landen om vluchtelingen bescherming te bieden en hen niet terug te sturen naar een land waar hun leven of vrijheid in gevaar is vanwege hun ras, religie, nationaliteit, het behoren tot een bepaalde sociale groep of politieke overtuiging. De afspraken uit dit verdrag zijn ook onderdeel van EU-verdragen.
  • Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (1950): Hoewel dit verdrag niet specifiek gericht is op vluchtelingen, bevat het verschillende bepalingen die relevant zijn voor de bescherming van vluchtelingen, zoals het recht op leven, het verbod op foltering en onmenselijke behandeling, en het recht op een eerlijk proces.
  • Europees Sociaal Handvest (1961): Dit verdrag waarborgt verschillende sociaaleconomische rechten, waaronder het recht op huisvesting, gezondheidszorg, en sociale diensten, die van toepassing zijn op vluchtelingen in Nederland.

Aanpassen of eruit stappen?

Het aanpassen van internationale verdragen is een werk van lange adem, benadrukt politiek verslaggever Marloes Lemsom. Zo moeten voor het aanpassen van het Vluchtelingenverdrag alle 146 landen die het verdrag hebben ondertekend het daarmee eens zijn. "Dat duurt lang, en dan nog is de vraag of het gaat lukken."

De kans dat een nieuw kabinet dit gaat lukken in de regeringsperiode is volgens haar vrij klein. "In theorie zou een land zich ook terug kunnen trekken uit het Vluchtelingenverdrag. Maar als een land in de Europese Unie zit, gelden in de praktijk dezelfde regels als die van het Vluchtelingenverdrag. Dat levert dus niet zoveel op."

Bekijk ook

Hoe staan de partijen ervoor in de zetelpeiling? En hoe denken kiezers van de formerende partijen over migratieverdragen?

'Ingewikkeld en kost veel tijd'

De formerende partijen spreken in hun verkiezingsprogramma's allemaal van een zogenoemde 'opt-out' voor Europees asielbeleid, al wil NSC dat alleen in het uiterste geval. "Een opt-out zou betekenen dat Nederland uitgezonderd wordt van de Europese wetgeving die over asiel gaat", legt Lemsom uit. "Maar zo'n opt-out is heel moeilijk te verkrijgen."

Daarvoor is een verdragswijziging nodig en alle Europese landen moeten daarmee instemmen. "Als Nederland bepaalde wensen heeft, dan kunnen andere landen vast ook nog wel wat wensen bedenken", zegt ze. "Kortom: het aanpassen van internationale verdragen of wetten is ingewikkeld en kost veel tijd. En op diplomatiek niveau zal Nederland daar door andere landen op afgerekend worden."

info

Over dit onderzoek

Het onderzoek onder het Opiniepanel is gehouden op 28 en 29 april 2024. Daaraan deden 23.274 mensen mee. Het onderzoek is na weging representatief voor zes variabelen, namelijk: leeftijd, geslacht, opleiding, burgerlijke staat, spreiding over het land en politieke voorkeur, gemeten naar de Tweede Kamerverkiezingen van 2023.

Bekijk ook

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.