Meer dan 16.000 mensen kampen in Nederland met nierfalen. Vanwege het grote tekort aan donornieren moeten nierpatiënten kiezen voor een dialyse om in leven te blijven, een zware en intensieve behandeling. Die behandelmethode kan een stuk aangenamer volgens Peter Blankestijn. Hij is arts bij het Utrechts Medisch Centrum en krijgt van de Europese Unie ruim 6,4 miljoen euro subsidie om aan te tonen dat deze methode voor eens en voor altijd de beste is.

Overleven

Een dialyse is noodzakelijk om afvalstoffen en overtollig vocht uit het lichaam te filteren, als de nier daar niet meer toe in staat is. De nieuwe behandeling die Blankestijn gaat onderzoeken, in samenwerking met 1800 patiënten en ziekenhuizen in acht verschillende landen, bestaat al een tijdje, maar is nooit uitvoerig getest en onderzocht. “Bij een ‘normale’ behandeling moet je gemiddeld drie keer per week naar het ziekenhuis en vier uur lang aan een apparaat zitten. De nieuwe behandeling neemt veel meer afvalstoffen weg in hetzelfde tijdsbestek, heeft een positief effect op de bijwerkingen en vermindert ook de kans op overlijden.”  Jaarlijks overlijdt nog 12 procent van de mensen die aan de dialyse zitten aan de gevolgen van een nierziekte.

Welzijn

De nieuwe behandelmethode zal ook een tweede doel dienen: het welzijn van de patiënt. Volgens Blankestijn is dat aspect nogal onderbelicht. “De belangrijkste klachten na een dialyse zijn de moeheid en het gebrek aan energie dat patiënten ervaren. Via deze methode zullen patiënten zich ook energieker en fitter gaan voelen. Een ander groot doel is dus het verbeteren van de levenskwaliteit van mensen die lijden aan een nierziekte, want wat we uiteindelijk van de patiënt horen is dat ze de effecten van een behandeling wel belangrijk vinden, maar hoe ze zich voelen minstens even belangrijk.”

Competitief

Het is volgens de onderzoeker bijzonder dat hij en zijn team dit onderzoek mogen leiden. De EU keurt namelijk maar weinig verzoeken goed. “In deze ronde zijn zes van de 180 aanvragen gehonoreerd door de EU. In zijn algemeenheid kun je wel zeggen dat dit extreem competitieve subsidierondes zijn. Men denkt echt dat deze methode direct vertaalbaar is naar de patiënt. Binnen Europa loopt Nederland voorop in dit veld.”

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.