Nicky Verstappen, Milica van Doorn en Marianne Vaatstra: voorbeelden van hoe DNA-verwantschapsonderzoek een doorbraak forceert in zaken die onoplosbaar leken. Het zijn grote dure onderzoeken waar duizenden mannen hun DNA afstaan. Volgens het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) is er een efficiëntere oplossing binnen handbereik door het mannelijke verwantschaps-DNA, het zogenaamde y-profiel, van veroordeelden vanaf nu standaard op te slaan.

“Als er van verdachten en veroordeelden ook standaard een een y-chromosomaal profiel wordt geregistreerd dan zal dat het succes van het verwantschapsonderzoek enorm helpen", zegt Arnoud Kal, DNA-deskundige van het NFI.

Y-profiel kan bereik vermenigvuldigen

Iedere man heeft y-chromosomaal DNA - vrouwen hebben dit niet. Dit zogeheten y-profiel is hetzelfde bij alle mannen in een hele familielijn. Vader, zoon, neven, achterneven: ze hebben allemaal exact hetzelfde, even sterke, y-profiel. Iedere familie heeft al snel tien tot twintig personen met precies hetzelfde y-profiel. Ieder jaar groeit de DNA databank met 20 duizend profielen. Als nu ook standaard de y-profielen worden opgeslagen dan zal het bereik van de databank in een paar tijd enorm groeien, zegt het NFI. 

Kal: “Stel dat we twintig duizend profielen per jaar doen en we kijken over een periode van vijf jaar dan gaat het om honderdduizend DNA-profielen. (…) Als we die met de factor tien tot twintig in virtueel bereik vermenigvuldigen dan zitten we op een miljoen tot twee miljoen dekkingsgraad voor Nederland."

Discussie voeren

Het lijkt onderzoeker Kal heel nuttig om een maatschappelijke discussie te voeren over het standaard registreren van y-profielen. Want dit gebeurt nu niet. In antwoord op vragen van EenVandaag stelt het Nederlands Forensisch Instituut dat het goed zou zijn om deze discussie te voeren. “Ik denk dat het een belangrijke vooruitgang is met name in het verwantschapsonderzoek sneller tot successen te komen”, zegt DNA deskundige Arnoud Kal van het Nederlands Forensisch Instituut (NFI). 

Registratie ‘inmiddels heel eenvoudig'

Iedereen die wordt veroordeeld voor een delict waarop een celstraf staat van vier jaar of meer moet zijn DNA afstaan. Dit materiaal wordt naar het NFI gestuurd, onderzocht en opgeslagen. Alleen de autosomale DNA-kenmerken worden opgeslagen. Deze zijn persoonsgebonden en alleen geschikt voor een een-op-een vergelijking. 

Sinds de start van de databank in 1997 zijn de y-profielen niet standaard opgeslagen. “Dat doen we niet omdat we in het verleden zijn begonnen met autosomaal,” aldus Kal van het NFI. “De y-profielen zijn technisch pas later in beeld gekomen om dat in grote getallen te kunnen doen.” Inmiddels is het heel eenvoudig om zo’n y-profiel te maken. Kal: “We nemen wangslijm af van een verdachte en daarvan kunnen we met dezelfde moeite als een autosomaal ook een y-profiel maken.”

CDA en VVD: mogelijkheden onderzoeken

VVD-tweede kamerlid Foort van Oosten vindt dat als de techniek ruimte biedt voor standaard opslag van y-profielen, het ook heel goed is om "met een positieve grondhouding te onderzoeken welke ruimte dat kan bieden en welke bijdragen het kan leveren aan toch weer een veiliger Nederland". 

Oud- officier van justitie en tegenwoordig CDA kamerlid Chris van Dam is positief over standaard opslag, maar pleit voor ook voor goed onderzoek. “De bezwaren die er zijn, die moeten we eerst in beeld hebben om dit goed in onze wet te kunnen verankeren”, aldus van Dam. Hij ziet een ‘ethisch bezwaar’. “Dat wij allemaal als onschuldige mensen worden geboren en je gaat dus, zonder dat mensen zelf wangslijm hoeven af te geven, je gaat een heleboel families eigenlijk betrekken in een strafrechtelijke databank”, aldus het CDA-kamerlid.  

Bijzondere opsporingsbevoegdheid

Sinds 2012 mag DNA-verwantschapsonderzoek worden ingezet bij ernstige misdrijven.Bij verwantschapsonderzoek gaat vaak om misdrijven waarop een maximale straf staat van acht jaar of meer. Den aan moord- en doodslag en ernstige geweld- en zedendelicten. Verwantschapsonderzoek geldt als een ‘bijzondere opsporingsbevoegdheid’ en mag niet zomaar worden ingezet. Er is toestemming nodig van de top van het Openbaar Ministerie en van een rechter-commissaris. Pas dan mag het NFI aan de slag. 

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.