Nog altijd zijn de resten van twee slachtoffers van de MH17-ramp niet geïdentificeerd. Maar het NFI hoopt op een doorbraak. "Resten die we eerder al een keer onderzochten, worden nog een keer met de nieuwe techniek bekeken."

Identificatiedeskundige Arnoud Kal van het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) is vanaf het allereerste moment betrokken bij de identificatie van slachtoffers van de MH17-ramp. Inmiddels zijn 296 slachtoffers geïdentificeerd, maar de zoektocht naar de laatste twee mensen die nog altijd niet zijn geïdentificeerd gaat na 5 jaar gewoon door.

Mensen zekerheid geven

Het kan Arnoud Kal nog altijd flink raken, zeker als degenen die hij heeft geïdentificeerd een gezicht krijgen. "De namen die je in de media leest, zijn de namen in de dossiers die je in handen hebt. Dat kan best confronterend zijn." Het maakt zijn werk wel tastbaar, zeker naar de nabestaanden toe.

"Dat is een van de dingen die het NFI doet", zegt Kal. "Om mensen zekerheid te geven, om ze iets terug te kunnen geven, waar ze vervolgens mee kunnen doen wat voor hen goed voelt. Een uitvaart, een herdenking, een begrafenis. Iets dat de mensen verder helpt met de verwerking van de gebeurtenissen."

Lees ook

Hoop dat de laatste slachtoffers worden geïdentificeerd

Aanvankelijk ging de identificatie van de slachtoffers snel. "Mensen konden op verschillende manieren geïdentificeerd worden. Maar hoe verder we kwamen, hoe lastiger het proces." Het identificeren van de laatste slachtoffers is buitengewoon moeilijk, zeker 5 jaar na dato.

Nieuwe technieken kunnen volgens Kal uitkomst brengen, al houdt hij een slag om de arm. "De kans is gering, er zijn al duizenden stukjes slachtoffers onderzocht. De hoop is dat bij de laatste resten die hier nog liggen en nog niet geïdentificeerd zijn, de laatste twee gevonden zullen worden."

Arnoud Kal: "Als NFI houden we onze ogen en oren open voor nieuwe technieken."

Nieuwe technieken

Mogelijk kan een nieuwe techniek helpen om ook de laatste twee slachtoffers te identificeren. "Een hele interessante nieuwe techniek is ontwikkeld door de International Commission on Missing Persons (ICMP) in Den Haag. Bij het ICMP worden de resten, die we eerder al een keer onderzochten, nog een keer met de nieuwe techniek bekeken."

Redelijk goede kansen

Binnenkort gaat Arnoud Kal met de nieuwe techniek aan de slag en hij hoopt op resultaat. "Ik denk dat het een ontwikkeling is die redelijk goede kansen biedt. Niet alleen bij het MH17-onderzoek, maar ook voor andere zaken waar slachtoffermateriaal in slechte staat is en mogelijk te onderzoeken en te identificeren is."

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.