Het meest verstandige besluit dat de Tweede Kamer deze week kan nemen, is dat er een parlementair onderzoek moet komen naar de deelname van Nederland aan de strijd tegen IS.

Inderdaad, de F16’s moeten nog opstijgen richting Irak en het parlement heeft er op dit moment nog niet eens over gedebatteerd. Maar nu al is duidelijk dat de basis waarop de regering deelname aan de strijd tegen IS verkoopt uiterst wankel is. 

Eén jaar?

Het kabinet schrijft dat de Nederlandse deelname aan de strijd – wat  overigens gewoon oorlog genoemd moet worden - voorlopig voor één jaar is. Maar niet alleen de Britse premier Cameron heeft onomwonden gezegd dat de missie IS onder de grond te schoffelen geen maanden maar jaren gaat duren. Geen militaire deskundige die er anders over denkt.

Nederland wil alleen met F16’s boven Irak actief zijn. Maar IS zit ook in Syrië. Het is toch lastig als je als F16-piloot  een militaire klapper kan maken vlak over de grens bij Irak, maar dat ‘n Binnenhofse richtlijn dat verbiedt. Je zal zien dat in zo’n geval de TomTom in de F16 even hapert, en het fotorolletje van het bombardement zoekt raakt.

Gepuzzel

De Partij van Arbeid eist in tegenstelling tot de VVD een VN-mandaat om ook in Syrië actief te zijn. Dit standpunt leidde de afgelopen weken tot irritatie in het kabinet. Zo’n expliciet mandaat houden de Russen in de VN-Veiligheidsraad tegen. Maar om Syrië heen vliegen is op lange termijn geen optie. Dat wordt dus nog ’n volkenrechterlijk gepuzzel, en op termijn een ingewikkelde discussie in de Kamer.

Eén jaar oorlog voeren, en dan? Afghanistan, daar gingen we ook weg, maar de missie werd verlengd. En uiteindelijk werd de blijven-of-vertrekken-discussie de ondergang van het vierde kabinet Balkenende (CDA, PvdA en Christenunie).

Kortom, meedoen aan oorlog en denken dat in ‘n brief precies is te omschrijven hoe, wat , waar, waarom, waarmee en tot wanneer is onmogelijk en bijna onzinnig. Natuurlijk, er moet  iets op papier staan. Draagvlak krijgt een kabinet niet op basis van de mededeling dat ‘we’  ten aanval gaan. Maar ook het riskante en het onvoorspelbare moet meer benadrukt worden.  

Churchill, de Britse premier tijdens WOII, zei ooit dat oorlog nooit soepel of gemakkelijk verloopt en dat wanneer oorlog begint, politiek er niet meer toe doet. Vanaf dat moment is de politiek, volgens Churchill, slaaf  van het onvoorzienbare en het oncontroleerbare.

Irak-oorlog

En dat was ook precies het probleem bij de Irak-oorlog in 2003. Het was CDA-premier Balkenende die stampvoette als werd gevraagd onderzoek te doen naar de redenen waarom Nederland die oorlog toen ‘politiek’ steunde. 

Gek werd Balkenende alleen al van de gedachte dat alle feiten boven tafel zouden komen en hij verantwoording moest afleggen. Het leidde bijna tot een crisis. ’t Duurde ‘even’ maar uiteindelijk kwam in 2010 het rapport Davids uit. Conclusie was dat de Kamer erg zuinig werd geïnformeerd en de reden de oorlog “politiek” te steunen discutabel was. 

Politieke angstneurose kan het beste worden voorkomen om nu al scherpe en heldere afspraken tussen kabinet en Kamer te maken. Zou ook goed zijn om de binnenlandse maatregelen om de Jihad te bestrijden daarbij te betrekken. Wetgeving om burgerrechten te beperken en een afluistercultuur tot gewoon te maken, verdient een scherper toezicht dan er nu lijkt te zijn.

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.