Tot rust komen op een stille plek: Erik Roelofsen van Stichting Geluidshinder gunt het iedereen. Maar de stiltegebieden in de natuur verdwijnen snel. "Het gebied is er nog wel, maar het is er niet meer stil."

In Flevoland verdween 80 procent van de stiltegebieden en in Overijssel is zelfs geen stiltegebied meer over. De afgelopen jaren is in zes provincies flink gesneden in de stiltegebieden door de aanleg van bijvoorbeeld huizen, wegen en bedrijfsterreinen. In die zes provincies is minstens 15.000 hectare verdwenen, blijkt uit onderzoek van de Volkskrant.

Provincies kunnen het makkelijk regelen

Roelofsen van Stichting Geluidshinder noemt het een gebrek aan beleid van provincies. "Die zouden deze gebieden moeten beschermen", zegt Roelofsen terwijl hij in een stiltegebied op de Noord-Veluwe staat tussen de A28 en de A50. Zo nu en dan klinkt er wél geluid. "Als hier een traumahelikopter overheen moet vliegen, snap ik dat. Maar die knal die je nu hoort komt van het oefenterrein van Defensie."

Stiltegebieden worden niet goed beschermd, vindt Roelofsen. "Er is geen harde wetgeving en er zijn ook geen harde normen die in de wet vastgelegd zijn. Het zijn zogenoemde advieswaarden. Het is een verordening van de provincie en die kan gewoon aangepast worden door de provincie. Dat is met één pennenstreep geregeld. En dat gebeurt dus ook in heel veel provincies."

Lees ook

Gevaarlijk voor de gezondheid

Het zal geen verrassing zijn dat de Stichting Geluidshinder staat voor plekken waar het helemaal stil is. Roelofsen legt uit: "Het is een diepgevoelde behoefte om het ergens stil te hebben. Je moet ergens tot rust kunnen komen. Dat gun ik iedereen."

Roelofsen strijdt al 25 jaar tegen herren. Want van te veel geluid kun je zelfs ziek worden, zegt Roelofsen. "Langdurig te veel geluid is echt schadelijk voor de gezondheid."

Erik Roelofsen in gesprek met verslaggever Harm van Atteveld op de niet altijd stille Veluwe

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.