'Overbodig', noemt deze hoogleraar de wet op het verbod zwijgcontracten

Minister Hugo de Jonge (CDA) van Volksgezondheid wil definitief breken met 'zwijgcontracten' in de zorg. Een speciale wet moet dat aan banden leggen. Johan Legemaate, hoogleraar Gezondheidsrecht aan de Universiteit van Amsterdam, vindt de wet overbodig.

Volgens Legemaate is de regelgeving die er nu al is, goed genoeg voor verbod op zwijgcontracten. "Ook al zou het formeel mogen, in de gezondheidszorg bestaat het gevoel dat je het niet zou moeten doen", zegt hij. Bij een zwijgcontract mag de gedupeerde niet naar buiten treden met wat er precies is misgegaan. Patiënten die bijvoorbeeld een verkeerde behandelingen hebben gekregen, kunnen dat dan niet aan de kaak stellen.

'Het mag al niet'

Legemaate wijst erop dat patiënten sowieso het recht hebben op informatie over 'dingen die niet goed gaan in de gezondheidszorg'. Legemaate: "Als je dat recht hebt, heb je ook de vrije beschikking over wat je met die informatie doet. Dat alleen al betekent dat in een contract niet mag worden verboden dat je die informatie gebruikt zoals je zou willen."

Hoeveel zwijgcontracten er zijn, is volgens de hoogleraar niet exact aan te geven. Wel meent hij dat de discussie erover al een afschrikwekkende werking heeft gehad.

Geen boetes

Hoewel de nieuwe wet toekomstige zwijgcontracten moeten verbieden, denkt Legemaate dat mensen die al een zwijgcontract hebben gesloten niet hoeven te vrezen. Legemaate: "Ik denk dat geen zorgaanbieder op dit moment een boete zou opeisen, omdat je je daarmee veel ongenoegen van de patiënt en de samenleving op de hals haalt."

Waar Legemaate de noodzaak van een expliciete wet in twijfel trekt, ziet de hoogleraar wel een aantal voordelen. Zo gaat er volgens hem een symbolische betekenis van uit die helderheid verschaft. "De wet bevestigt een norm waar we in de gezondheidszorg ons aan vasthouden. Zo'n wet is duidelijker dan dat je het verbod op zwijgcontracten moet afleiden uit bestaande juridische regelingen", zegt hij.