In een van de grootste politie-onderzoeken ooit naar de Belgische drugsmaffia, is door de Belgische en Nederlandse opsporingsdiensten jarenlang heimelijk een Nederlandse criminele burgerinfiltrant ingezet. Politie en justitie in Nederland werkten hieraan mee, terwijl de inzet van burgerinfiltranten in beide landen verboden is. Daarmee lijkt opnieuw sprake van een schandaal over opsporingsmethoden, vergelijkbaar met de beruchte IRT-affaire, onthult de Rotterdamse strafrechtadvocaat Inez Weski in EenVandaag.

De omstreden infiltrant speelt een sleutelrol in een omvangrijk Belgisch 'maffiaproces' tegen de bekende Italiaans-Belgische familie Aquino uit Maasmechelen. Volgens justitie gaven zij leiding aan omvangrijke cocaïnetransporten tussen Zuid-Amerika en de havens van Antwerpen en Rotterdam.

Vier broers, een zus en drie echtgenotes en hun handlangers staan vandaag voor de rechtbank in Hasselt terecht op verdenking van grootschalige cocaïnesmokkel. In totaal zou het gaan om ruim 2700 kg cocaine, goed voor 82 miljoen euro. De komende weken moeten nog 30 andere verdachten voor de rechter verschijnen.

'Onwettige opsporingsmethoden'

Maar al aan de start lijkt het omvangrijke strafproces op losse schroeven te staan. Volgens Weski en een aantal Belgische topadvocaten is het bewijs in de zaak gebaseerd op opsporingsmethoden die niet zijn toegestaan. Ook zou de infiltratie-operatie voor de rechters zijn geheimgehouden en buiten het strafdossier gehouden.

EenVandaag heeft de complete mailwisseling in handen tussen de burgerinfiltrant en de Belgische en Nederlandse politie, waarin de inzet en rol van de criminele burgerinfiltrant uitgebreid wordt beschreven. Uit de ruim twee jaar durende mailwisseling blijkt dat de infiltrant een Nederlandse politie-informant is uit het criminele drugsmilieu. In 2011 wordt hij door de Nederlandse politie geïntroduceerd bij de Belgen. Van 2011 tot eind 2013 werkt hij voor het politieteam dat de Aquino's achter de tralies moet krijgen. De burgerinfiltrant wordt volgens het document aangestuurd door Belgische en Nederlandse rechercheurs. Zijn taak is door te dringen tot de top van de maffiafamilie.

Volgens Weski is niet alleen de Belgische, maar ook de Nederlandse politie hiermee ver buiten haar boekje gegaan en moet er een onderzoek komen naar de toelaatbaarheid van deze operatie. "Hier in Nederland moet uitgezocht worden hoeveel er bekend was binnen justitie en het ministerie dat Nederlandse agenten een criminele burgerinfiltrant op soms dagelijkse basis hebben begeleid en betaald, hebben overlegd over zijn inzet, en buiten de wet zijn getreden."

In de uitzending reageert Hans Vrakking, oud-hoofdofficier van justitie en destijds betrokken bij de IRT-affaire. Hij noemt de weg die in dit proces is bewandeld "als twee druppels water vergelijkbaar" met die affaire. "Als ik dit zo zie dan lijkt het als twee druppels water op het IRT-verhaal. Een heel traject waarin iemand wordt ingezet, groeit, geld verdient, en dat hele traject komt niet voor in het dossier." Professor Strafrecht Peter Tak, die veel onderzoek heeft gedaan naar bijzondere opsporingsmethoden, bekeek voor ons het dossier en geeft zijn visie. Vanmiddag in EenVandaag Radio aandacht voor de zaak.

Nederlandse politie-informant X

De criminele infiltrant, een Nederlandse politie-infiltrant uit het drugsmilieu, zou in 2011 zijn gestart bij het 'RAAK'-team dat het onderzoek tegen de drugsfamilie leidde. Hij heeft tot taak hoog in de organisatie door te dringen. Politie en justitie willen zo meer bewijs verzamelen in het vastgelopen onderzoek. De Nederlandse politie levert de infiltrant aan bij de Belgen, zegt Weski.

Volgens de documenten heeft de burgerinfiltrant contacten gelegd met de beruchte familie en cocaïnetransporten  georganiseerd met de hoofdverdachten. Hij reisde hiervoor naar Spanje, Italie, Duitsland, Belgie en Nederland, op kosten van de politie. Vermoedelijk hebben zowel de Nederlandse als Belgische opsporingsdiensten betaald voor alle diensten en onkosten van de infiltrant.

Nederland speelt verder ook een belangrijke rol in het Belgische onderzoek. Een groot deel van de criminele transacties en afspraken van het drugskartel zou zich hebben afgespeeld in ons land.

IRT-affaire

De zaak vertoont veel overeenkomsten met de IRT-affaire in de jaren '90 die leidde tot een parlementaire enquete. Politie en justitie hadden met criminelen samengewerkt en drugstransporten doorgelaten om door te dringen in de top van een criminele organisatie, maar verloren de controle op de operatie. Door die affaire werd juist besloten in Nederland zulke opsporingsmethoden niet meer toe te staan. Inmiddels wordt in politiek Den Haag gewerkt aan een regeling die dat in heel bijzondere gevallen wel weer mogelijk moet maken.

Bom onder proces

Inez Weski zal met andere advocaten in het proces de rechters te vragen justitie niet-ontvankelijk te verklaren en het proces te staken. Volgens de verdediging leunt het hele proces op 'onwettig verkregen bewijs'. Vandaag zullen de advocaten hun pleidooi houden in de rechtszaal in Hasselt en de rechtbank vragen het proces te schorsen.

Het Openbaar Ministerie verwijst voor commentaar door naar het Belgische Federale Parket omdat de Belgen volgens een woordvoerder de leiding hadden over de zaak. Justitie in Belgie laat weten niet te reageren zo lang de rechtszaak in Hasselt loopt.

Radio

EenVandaag redacteur Daan van de Staaij licht de zaak vanmiddag toe in de radio-uitzending. 

Lees ook