De vrouw loopt naar de koelkast in de hoek, trekt een enorme brok ijs uit het vriesvak, gooit dat op de grond en geeft aansluitend het kind dat ernaast staat een flinke draai om zijn oren. Gejank volgt. Welkom in een van de honderden Syrische vluchtelingenkampen in Libanon.

Samen met cameraman Roel Rekko, journaliste Fernande van Tets en tolk Abdoe -morgen ga ik opnieuw zijn achternaam vragen en vergeten- ben ik in Majdel Anjar, een dorp vlakbij de grens met Syrië. Libanon heeft de afgelopen tweeëneenhalf jaar honderdduizenden vluchtelingen uit het buurland opgenomen. Sommigen zijn terechtgekomen in Beiroet of andere steden, maar veel van hen leven ook in vluchtelingenkampen.

Het kampje waar wij zijn is onofficieel, dat betekent dat vluchtelingenorganisatie UNHCR er niet de leiding heeft. De ongeveer 130 mensen, verspreid over zo'n twintig tenten, regelen hun eigen zaakjes. Niet dat er heel veel te regelen valt. De vrouwen bekommeren zich om de kinderen en de mannen hangen of de hele dag rond. Ze slapen wat, krabben aan hun kruis, praten wat, zwijgen wat of gaan naar een slecht betaald baantje. In de bouw of bij de oogst op het land. Of ze hebben geen werk.

Er komen iedere dag nog steeds honderden mensen over de grens. En als president Obama besluit tot het bombarderen van militaire doelen in Damascus, zou die stroom wel weer eens behoorlijk kunnen aanzwellen.

Gelukkig hebben de vluchtelingen hier basaal sanitair en elektriciteit. Dat betekent dat ze in hun keurig schoongehouden tent tv kunnen kijken (de Syrische nieuwsuitzendingen worden goed gevolgd via een schotel achter de tent, ook al vertrouwen ze de inhoud van de bulletins voor geen meter), hun telefoons kunnen opladen en dat ze de koelkast buiten hun tent aan de praat kunnen houden. Zo houden ze hun eten en water koud.

De vluchtelingen hebben de koelkasten na hun aankomst in Libanon gekocht. Dus daar profiteert de lokale economie ook nog een beetje van. En de burgemeester van het dorpje mag dan wel klagen dat zijn dorp, als eerste pleisterplaats na de Syrische grens, veel te veel vluchtelingen herbergt, de winkeliers verkopen hen graag dekens en beddengoed.

Die koelkasten, zo in de open lucht naast de tenten, blijven mij de hele dag fascineren. Waarom? Omdat ze blijkbaar niet in mijn clichébeeld van vluchtelingen passen. Een vluchteling kijkt doodmoe en angstig voor zich uit en heeft niets. Dat beeld. Maar dat is hier niet het geval. Deze mensen hebben alweer een piepklein huisje van tentdoek gemaakt.

Dat wil niet zeggen dat het ook een gezellige boel is. Natuurlijk niet. De tentbewoners hier zijn uit hun huizen geschopt of in paniek vertrokken omdat ze hun leven niet meer zeker waren. Natuurlijk willen ze terug, maar dat gaat niet. Misschien over een paar maanden, misschien over een jaar. Ze durven het nauwelijks te hopen. De situatie is volstrekt uitzichtloos. Ze vervelen zich, de dagen zijn vloeibaar.

Dat blok ijs wordt uit de koelkast gehaald omdat ook een vluchteling nu eenmaal zijn koelkast moet ontdooien. Dat vind ik een enorm troostrijke gedachte.

Waarom, tot slot, het kind een draai om zijn oren krijgt is mij niet helemaal duidelijk. Misschien had het al een tijdje het bloed onder de nagels van zijn moeder vandaan gehaald. Volgens collega Fernande, die hier al een paar jaar woont en werkt, is het huiselijk geweld in de vluchtelingententen wel  even een dingetje. Mensen zijn gestresst, angstig, getraumatiseerd en geestelijk behoorlijk platgeslagen.

Het kind houdt op met huilen en speelt weer verder. Ook zoiets. Hoe uitzichtloos de situatie ook is, de kinderen lijken er geen last van te hebben. Lijken, ja, want hoeveel beschadigde kinderen de oorlog in Syrië heeft opgeleverd is denk ik niet te tellen. Als iemand het al wil tellen.

De opnamen zitten er op, de mensen zijn geïnterviewd en wij rijden weer weg uit het kamp. We gaan een broodje eten.

Weer genoeg deprimerende dingen gezien en vooral gehoord.

Dingen waarmee ik overigens prima een verhaal kan maken.

Dat scheelt dan weer.

'Een mooi verhaal', zullen mensen me sms-en.

Want dat doen mensen bij dit soort verhalen

We gaan een broodje eten.

Ook dat moet gebeuren.

God, wat voel ik me nutteloos.

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.