Nederlandse kunsthandelaren kochten tussen 1979 en 1989 voor 60 miljoen gulden aan gestolen kunst in de DDR. Het communistische regime kwam op die manier aan harde buitenlandse valuta. Het Amsterdamse veilinghuis Chrtistie's was een belangrijke spil in het doorverkopen van de kunst en stelt een intern onderzoek in. 

De kunst uit Oost-Duitsland werd van burgers onteigend door een geheime afdeling van het ministerie van Handel in Oost-Berlijn. Volgens Chis van Damme, kunsthandelaar in de jaren '70 en '80, was hij in die periode de grootste opkoper van kunst in de DDR. Volgens hem gingen in de jaren '80 regelmatig containers vol kunst vanuit Oost-Berlijn naar Christies in Amsterdam. De kunst die daar niet werd verkocht werd vervolgens in Lisse bij de firma Van Damme opgeslagen. Zijn bewering wordt ondersteund door de Berlijnse advocaat Ulf Bischof, die al decennia speurt naar gestolen kunst uit de DDR.

Van Damme: 'We we waren er elke maand, mijn vader of ik. Maar wij wisten toen niet dat het gestolen was. Dat hoor ik van u nu. Wij waren te goeder trouw'. Advocaat Bischof laakt die houding. Hij ziet dat als naïviteit: 'Als je handelt met een dictatuur in die tijd, en je komt in een hal met zoveel honderden werken kunst en antiek, dan moet je je wel afvragen waar die stukken vandaan komen'.

Kunstverzamelaars in de DDR kregen gefingeerde belastingaanslagen, die zij niet konden voldoen. Vaak verdwenen de verzamelaars in de gevangenis, en hun collecties verdwenen naar het westen. Christies Amsterdam ontkende in eerste instantie ooit van roofkunst uit de DDR gehoord te hebben, maar heeft inmiddels toegezegd een onderzoek te starten naar deze affaire.

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.