Het was ooit de trots van agrarisch Nederland: het ministerie van Landbouw. In de jaren vijftig was het ministerie de motor achter de productiegroei van de Nederlandse landbouw. Het departement zorgde er uiteindelijk voor dat Nederland de tweede landbouwexporteur ter wereld werd en dat de Nederlandse koeien de meeste melk ter wereld geven. Dat ministerie is nu verdwenen. Het is volledig opgegaan in het bestaande ministerie van Economische Zaken.

De gloriejaren van de landbouw zijn voorbij. De gesubsdieerde productiegroei leidde tot melkplassen, boterbergen en wijnplassen. Bovendien kreeg het imago van de landbouw fikse deuken door dierziekten als mond-en klauwzeer, varkenspest en vogelgriep.

De landbouw wordt steeds meer als gewone sector gezien. En moet het ook steeds meer met minder subsidie doen. Ooit ging 80 procent van de EU-miljarden naar landbouw. Nu is dat nog zo’n 40 procent.

Boeren zijn niet blij dat “hun” ministerie verdwenen is. Ze vinden landbouw veel meer dan alleen maar economie. Want wat te denken van dierenwelzijn en natuurbeheer, dat heeft met economische zaken niet zoveel te maken. De Partij voor de Dieren (PvdD) pleit daarom voor een ministerie van Duurzaamheid.

De portefeuille landbouw op Economische Zaken wordt beheerd door staatssecretaris Co Verdaas (PvdA), in het buitenland mag hij zich minister van Landbouw noemen.

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.