Dertig jaar geleden werd je met meewarige ogen aangekeken: ach gut, hij gaat naar een handbalwedstrijd kijken…ach toch: er moet echt iets met ‘m mis zijn.

Het is 2016 en “we” gaan naar Rio.

We weten wie Tess is en zijn allemaal gevallen voor een heel leuke nationale ploeg die trotsmakende dingen heeft laten zien.

De meiden die overal in Europa spelen bij topploegen, gaan, in Oranje gekleed, nu een week of twee in Brazilië ballen.

Of de internationale sportwereld maar wil opletten.

Tess goes international.

Ooit begon Bert Bouwer maar eens jonge vrouwen te trainen. Het was een actie die de naam “Meiden met een missie” meekreeg. De meiden werkten zich helemaal twaalf maal in de ronde en maakten er het beste van: van alle nationale ploegen in Nederland trainden zij het allerhardst.

Ze zochten aansluiting met eerst de Europese top, maar merkten dat zo’n stoomcursus heel wat energie en sociaal leven kostte.

Ergens onderweg moet de eerste selectie ingezien hebben dat buitenissig veel trainen het effect van een Schotse mars had. Door de ooit ontstane achterstand werd het inlopen moeilijk. Een pas vooruit en twee naar achteren, zo ging het.

Vele van die eerste generatie meiden dien je nu nog steeds met applaus te verwelkomen. Zij droomden van beter en sterker, zijn trainden zich de Jan Tandjes en maakten die (nodige) stappen vooruit waar een groot deel van de Nederlandse sport helemaal nooit aan toe kwam.

Onze sport is vaak als volgt ingericht: je doet sport vooral voor je plezier, de bovenlaag wordt international, maar op grote podia is voor ons niet echt heel veel plaats, op een paar uitzonderingen na.

De handbalmeiden van weleer stapten het koude water van de nietsontziende topsport in en ze gaven geen kick. Neen, ze haalden het einddoel niet, de berg Olympus was gewoon te hoog voor deze meiden die een substantieel deel van hun sportleven in het geheel in dienst hadden gesteld van een droom: ooit bij de allerbesten meespelen.

Neen, ze haakten niet af. Ze zagen in dat in ons leventje achter de dijken en binnen onze mogelijkheden nauwelijks ruimte voor de uitoefening van topsport klaar lag.

De opofferingen waren asociaal groot, ook al kreeg je een beetje hulp van NOC*NSF, maar om geld ging het in dezen niet: om aan de allerhoogste topsport te kunnen doen, moest je een getectyleerde ziel hebben en wie had dat nou in ons land?

Wij Hollanders waren van grijs en gemiddeld en waarom zou je snoeihard je best doen als je hier, flierefluitend, op je dooie gemakje en eigenlijk best behoorlijk relaxed een beetje aan topsport kon doen en daar best lekker betaald voor kreeg.

En een beetje aan topsport doen was voor een gemiddelde Hollander toch al genoeg…nietwaar?

Kijk naar de Nederlandse sportaccommodaties, de vierkante blokken beton waar klerenhaakjes in de kleedkamers recht en gehoekt waren en zijn; zoals onze gedachten. Nergens ter wereld beginnen de douches in een basketbalzaal op een meter twintig hoogte.

Wél in Holland. Zoals het broodje kaas de vaste vulling van de sportkantinelunch voor volksstammen is geweest en het feit dat de zaallichten uitgaan als de meneer van de gemeente dat wil.

Kijk ook nog even naar de tientallen lijnen op de typisch Nederlandse sporthalvloer. Kijk naar de trainingstijden voor topzwemmers in onze grote baden. Kijk naar onze sportjournalistiek, kwantitatief en kwalitatief. Kijk naar onze sportbobo’s.

Wij hadden ooit een heus Olympisch Stadion. Dat moest maar afgebroken worden; er moesten huizen voor in de plaats komen. Op het laatste moment hield iemand zijn zinnen bij elkaar.

Zo denken wij in dit land.

Het went nooit.

Terug naar het handbal.

We zijn een aantal generaties verder en ze bestaan. De meiden met een missie van vroeger hebben zich bewezen. Niet zijzelf, maar hun opvolgers hebben het estafettestokje overgenomen en  hebben de zware reis aangedurfd en zijn geslaagd. Trainend en spelend in verre buitenlanden zijn ze groot geworden, veel groter dan menig sportend Nederlander. Ze gebruikten blinde inzet voor een krankzinnig doel: we wilden ooit aan de echte top spelen en daar ging deze generatie meiden voor.

Met een coach die rust predikte en met bevlogen levende meiden die in Metz in krankzinnige kringetjes huppelende dansjes stonden te dansen.

Zij mochten dat.

Van harte gefeliciteerd met deze prachtige prestatie.

Jullie verdienen een mooi en lang en warm applaus.

Jullie hebben je ontworsteld aan dat bekende gevoel van “gemiddeld zijn”, dat hier te lande zo makkelijk ingeburgerd raakte dat het een bijna plaag was.

Jullie zijn, Goddank, niet “normaal”.

Jullie zijn heel goed. Jaloersmakend goed.

Van harte en veel plezier in Rio.

Have fun.

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.