Afgelopen weekend deed zich een enorm curieus moment voor op de Nederlandse televisie. Niet dat heel veel landgenoten dat meegekregen hebben, want het betrof hier honkbal. Sowieso een bijna vies woord voor de gemiddelde Nederlandse sportvolger en wellicht dat heel, heel veel Nederlanders ook niet eens wisten dat Fox Sport 2 op zaterdag en zondag de directe verslaggeving verzorgde van de wedstrijden die het Oranje Team (Kingdom of the Netherlands, weet u nog wel) in de beruchte Tokio Dome tegen Japan speelde.

Natuurlijk klink ik suspect als ik zeg dat beide wedstrijden loei- en loei spannend verliepen, dat het pure topsport was en dat juist zulke wedstrijden een heel groot sportpubliek zouden moeten bereiken, dus laat ik het bij het gezegde dat ik heb zitten genieten tot in de derdemacht.

Het was superieure topsport gebracht door ploegen uit twee compleet verschillende windstreken van de honkbalwereld en zeer, zeer goed uitgevoerd. Sterker nog: topsport waar gezien de perfecte uitvoering van beide ploegen in de twee wedstrijden, bijna niets anders (Max in Brazilië, het Nederlands Elftal in Luxemburg, clubhockey in Nederland, schaatsen in China) tegenop kon. Vind ik.

Commentator bij die wedstrijden was mijn collega Ronald van Dam en hij deelde de inspreekcabine met oud-honkballer en tegenwoordig honkbalcoach, Charlie Urbanus, die de rol van analist had gekregen. Laatstgenoemde ken ik al sinds het begin van de jaren tachtig, en ik had toen respect voor zijn spel en ik heb nu respect voor zijn inzichten in deze onwaarschijnlijk moeilijke sport.

Ik ken hem een beetje en ik weet hoe hij in de sportwereld staat: als een positivo, als een kenner die vaak, heel vaak, zo niet altijd, het goede van de sportende mens naar voren brengt en dus - let wel, ik zeg 'en dus' - het moeilijk vindt in situaties waar je strenger en met meer kritiek over de sport moet praten, dan ook verbaal op te treden.

Dat is voor Charlie moeilijk, maar hij is analist en geen leidende commentator. Overigens deed hij dat weleens bij de NOS en dan juist vond ik hem te aardig en te veel propagandist van de edele honkbalsport, in plaats van journalist. Smaken verschillen, maar dat vond ik en vind ik nog steeds.

Als analist ziet hij veel en bedient hij zich van een taal die menigeen moet leren begrijpen. Zijn woordkeus is opgebouwd uit heel veel typische honkbalwoorden en dat kan het voor een buitenstaander weleens gecompliceerd maken alles te begrijpen.

Het is dan aan de verslaggever om Charlie te leiden en daar was, afgelopen weekend, Van Dam voortdurend mee bezig. Aan het eind van de zaterdagwedstrijd (eentje die uren en uren duurde en toch nooit verveelde) deed zich een uiterst curieus moment voor.

De wedstrijd was razend spannend geweest en Nederland leek te gaan winnen. Met twee Japanners uit werd de bal op de tweede honkman van Nederland afgeslagen: een redelijk eenvoudige bal, zo leek het, en dan zou de ploeg van het Koninkrijk een grote, aansprekende zege hebben behaald op het thuisspelende Japan.   

De tweede honkman van de Oranjeploeg heet Nick Urbanus. Insiders kennen de bloedlijn, Nick is de zoon van Charlie en de kleinzoon van opa Han. Nick had tot dat moment een fijne, goede wedstrijd gespeeld en hier kwam dus de derde nul aan. Routine balletje immers. Hij pakte de bal en een zekere 'out' kwam eraan...

Er gebeurde toen het volgende: Nick Urbanus vergaloppeerde zich, miste zijn target en de eenvoudige 'out' werd een veldersfout van de eerste orde. In de commentaarbox in Amsterdam bleef het ijzingwekkend stil gedurende drie seconden, die echter een eeuwigheid leken te duren. Van Dam raapte wat woorden bij elkaar, maar Urbanus zweeg, en terecht. Hij zocht naar woorden, hij zag de gemaakte fout, hij kende de maker van die fout als allerbeste en hij had gewoon even geen woorden.

Ik kon me er alles bij indenken. Je staat op het punt een zeer succesvolle wedstrijd van de nationale ploeg verbaal tot een hoogtepunt te stuwen en dan maakt uitgerekend jouw bloedeigen kind een fout. Ga er maar aan staan. Het is overigens wel de consequentie van het aannemen van die positie in een televisiestudio, je weet dus dat een dergelijke situatie voor kan komen.

Ik ga een stapje verder: een jaar of tien geleden kwam ik in dezelfde situatie uit als Urbanus nu. Ik 'deed' een wedstrijd waarin mijn zoon (Tjerk) speelde en deed dat zeer tegen mijn zin. Ik had al enige tijd gezegd dat ik graag honkbal deed, maar een wedstrijd met je eigen kind in het veld, liet ik graag aan een ander.

Op enige zondagmiddag kwam het zo uit dat de presentator van het programma als verslaggever aangeduid werd en dus kon ik geen neen zeggen want er was niemand anders beschikbaar. En ja, je zit ‘anders’ op je stoel, je weegt je woorden ‘anders’, dat kan ik me nog goed herinneren.

Ik weet dus hoe Charlie Urbanus al vanaf het begin van de wedstrijd in zijn stoel zat. Ook toen zijn zoon de wedstrijd opende met goed spel en zeker toen de veldfout gemaakt werd. Je moet dan iets afgewogen en vakkundigs zeggen over wat je ziet. Je moet een actie van je eigen kind wegen en er een verhaal van maken en ja, dat kan behoorlijk wringen.

Ik geloof dat Hans Kraay Sr. in een ver verleden ook weleens iets moest zeggen over het spel van zijn zoon en dat hij daar met zeer gemengde gevoelens op terugkeek en het eigenlijk ook met gezonde tegenzin deed. Liefst niet, zei hij.

Om kort te gaan: een uiterst curieus moment. Heel veel vaderlanders is het niet opgevallen, want de kijkcijfers op zondagochtend waren niet bepaald vleiend voor deze topwedstrijd bij Fox Sport 2. Er keek bijna geen mens. En datzelfde gebeurde overigens op zondag. Achter de gemeten kijkcijfers stond een vette 0. Ik keek dus wel en ik maakte dit mee en begreep de stilte bij pa Urbanus. Hij moest hoorbaar slikken en zijn evenwicht terugvinden. Nogmaals: ik kon me er alles bij indenken.

Op zondag was hij echter weer de brenger van het honkbalgospel in de stille huiskamer. Positief, journalistiek misschien net te naïef, maar wel met kennis van zaken. Charlie Urbanus zal maar heel zelden of eigenlijk nooit zeggen dat iets slecht of tegenvallend is in een wedstrijd waarbij hij werkt. Dat zit niet in hem en dat siert hem, hoewel je er lichte bedenkingen bij kunt plaatsen. Waar hij over honkbal praat, zal ik naar hem blijven luisteren. Omdat hij er zo heel veel meer over weet dan ik en dus leer ik constant van hem. Ook in deze momenten.

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.