Stel je voor: doping blijkt niet meer dan een hersenspinsel. Leidse onderzoekers zijn bezig met een uniek onderzoek naar het wondermiddel epo. Ze vermoeden dat publiek én wielrenners jarenlang het effect ervan overschat hebben. Wielerliefhebber en EenVandaag-verslaggever Mark de Bruijn doet mee als proefpersoon. Vandaag: de eerste spuit.

Een van de bij-effecten van epo: het geeft veel gedoe. Wist ik veel. De test duurt al weken vóór ik vanmiddag de eerste dunne naald in mijn buik voel glijden.

Ook deze sessie duurt lang. Ze tappen gretig bloed af, alsof ze er een rondje mee gaan geven. Ze deden het al bij de medische keuring en tijdens inspanningstesten. Meekijken op de monitor mag niet, dat zou het resultaat kunnen beïnvloeden. Maar ach, wielrennen is toch een vorm van totale overgave. Ik mag eindelijk aan het infuus, na meer dan twintig jaar fietsen. Het voelt als toch nog een beetje een echte wielrenner worden.

Ik zondig.

Misschien hadden lijf en geest al die tijd wel nodig om te wennen aan het idee.

Waarom ik aan zoiets meedoe, vragen mensen. En of ik al iets voel.

Het was de lokroep van de wetenschap, zoiets zou ik ze de komende twee maanden kunnen voorhouden. Bij het Centre for Human Drug Research in Leiden gaat het ze niet om het waarom. Ik ben data voor ze. Na al die jaren willen ze het epo-spook terug de kast in jagen, zou je kunnen zeggen. Ze denken dat het effect vooral tussen je oren zit.

Interessante gedachte.

Ben ik dan net als al die journalisten en liefhebbers jarenlang getuige geweest van een wondermiddel dat geen wondermiddel was? Ik zag toch zelf dat ze harder gingen fietsen?

Mijn armen voelen lam, mijn benen hopen op een tinteling. Zou het voelen als een tinteling als ik morgen ga trainen? Als een junkie zwalk ik de kamer in, ik mag gaan liggen. Die laatste buisjes bloed waren nodig om de juiste dosering te bepalen, zegt de verpleegkundige.

Ga ik echt iets merken of ga ik dénken dat ik iets merk? Blijk ik straks een van de placebo-proefpersonen te zijn? Of blijkt uit dit onderzoek dat juist de epo-rijder de believer is? De renner die denkt iets te kunnen dat hij ook zonder zou kunnen. Het lijkt me sterk, maar wie ben ik om de wetenschap onderuit te halen.

Ik krijg een pakketje vitaminepillen mee naar huis, waarvan ik de bijsluiter zou kunnen lezen, maar dat zou een echte wielrenner ook niet doen. En dan achteraf zeggen dat het vitamines waren. Mijn enige huiswerk is het uitoefenen van mijn hobby.

In het ergste geval blijkt dat er -met de juiste begeleiding- toch ergens een wielrenner in mij is schuil gegaan. Ook dat is weer een kwestie van geloven.

Die geel-paars geprikte armen zag je nooit bij de echte trouwens, renners maskeerden dat met make-up, heb ik me eens laten vertellen. Sommigen gingen met een pet en een plaksnor naar de apotheek in Duitsland, waar epo (een medicijn voor kankerpatiënten) zonder recept verkrijgbaar is.

Ik mag dan data zijn in een lab, ik stap een romantische wereld binnen.

Met bijna vijftig andere deelnemers ga ik eind juni een wedstrijd rijden die eindigt op de Mont Ventoux, de climax van deze test. Zo bedrieglijk de injecties zijn en onze illusies, zo eerlijk zal die berg zijn.

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.