Trauma's door je werk; het overkomt niet alleen oorlogsveteranen maar ook meer en meer politiemensen. In EenVandaag het verhaal van Arthur van der Vlies, die na 20 jaar politiewerk afknapte .

Van der Vlies werkt sinds 1990 bij de politie Rotterdam-Rijnmond. De laatste 2 jaar werkt hij voor het korps Zuid-Holland-Zuid. Hij was surveillant, agent noodhulp, buurtagent, ME-er. Hij zat bij de wijkpolitie, noodhulp, Bereden Brigade, en de ME. Hij diende jarenlang in ‘het wilde westen’, de slechte wijken van Rotterdam. Zijn werkgebied: Rotterdam-West; Spangen, Mathenesse, Centrum, De Kuip. “Altijd aan de onderkant van de samenleving, waar de nood het hoogst is. Verwaarlozing en ellende. Drugsoorlog in Spangen, junkies, Feyenoordrellen, gezinsdrama’s, de moord op Fortuyn, dodelijke ongelukken, schiet- en moordpartijen – ik heb het allemaal gezien.”

“Ik heb altijd vooraan gestaan. Gewelddadige junkies, reanimaties, gruwelijke ongelukken. Een dood kind dat in je armen sterft. Ik heb wonden staan dichtduwen van iemand met schotwonden. Iemand die volledig was lekgestoken opgevangen. Met getrokken wapen gestaan tegen relschoppers. Altijd onder hoogspanning. En daarna altijd weer doorgaan, nooit ergens bij stilstaan. Daar is de tijd niet voor, en zo doen we dat bij de politie.”

En hij heeft een ongekende verharding ervaren: met gevaar voor eigen leven politiewerk doen maar steeds minder waardering oogsten, steeds meer agressie, altijd in een kogelvrij vest moeten lopen. “Ging je bijvoorbeeld iemand reanimeren, iemand in levensgevaar. En dan werd je gehinderd door een groep agressieve jongeren. Dan werd het gevaarlijk. In het ME-werk bij de Kuip: zomaar een aanval vanuit het niets. Hooligans vallen je aan, ze komen zomaar op je af en deinzen nergens voor terug.”

“Wij moeten daarheen waar anderen voor weglopen. Maar waardering krijg je niet, eerder tegenwerking. Kom je van een heftige woninginbraak af, wordt je op straat door zomaar iemand uitgescholden. Het publiek snapt werkelijk niet wat wij aan het doen zijn, dan wij de hele dag hun sores aan het oplossen zijn. Heel ondankbaar werk.”

PTSS

En plotseling na 20 jaar werd hij getroffen door een ernstige vorm van PTSS, nu 1,5 jaar geleden. Hij is nu net weer op de terugweg, deze zomer voorzichtig begonnen met werken.

Hij is onderuit gegaan zoals elke agent volgens hem onderuit kan gaan: door jarenlang voluit straatwerk te doen in heftige buurten van Rotterdam onder zware omstandigheden. Totdat er iets knapte en hij met flashbacks, nachtmerries en geheugenverlies thuiszat. Oorzaak: de optelsom van alle stress van politiewerk en de cultuur van 'sterk zijn en doorgaan'. De boomlange reus werd geveld, iest wat hij nooit had verwacht. “Ik ben een grote en sterke kerel. Ook sterke mannen krijgen PTSS.”

“Het licht ging ineens uit. In de keuken was ik pannenkoeken aan het bakken en ik ging helemaal uit mijn stekker. Gooide alles door de keuken, door het lint. Ik was levensmoe, dacht: ‘als ik nu verongeluk is het prima’. Ben toen gestopt met werken. Ik dacht er in een paar dagen of weken mee klaar te zijn. Maar toen begon het pas. Flashbacks, nachtmerries. Alle incidenten en heftige gebeurtenissen kwamen een voor een terug. Tot in detail.”

“Wat wij zien, ruiken, horen en zien. Elke dag. Daar kunnen burgers zich niks bij voorstellen.”

“Ik hoorde kinderen gillen in mijn hoofd. Was ik weer bij een dodelijk ongeluk, twintig jaar terug in de tijd! Maakte ik alles weer mee.”

“Bij alles ging ik me afvragen: had ik dat kunnen voorkomen, heb ik het goed aangepakt?”

Terugknokken

Met gerichte therapie, begeleiding van zijn werkgever en vooral de steun van zijn vrouw (‘het thuisfront’) is Arthur er weer langzaam bovenop gekomen. Hij volgde een speciale therapie (EMDR) waarbij de herbeleving van incidenten central stond. “Zo heb ik een voor een zaken afgesloten. De pijn verminderd. Niet vergeten, maar hanteerbaar gemaakt. En geleerd te accepteren” ‘ik kan het niet meer terugdraaien.’

“Ik heb serieus overwogen met het politiewerk te stoppen. Meermalen. Maar het zit in me. Het maakt me. Ik wil het nu weer.”

“Het thuisfront is het belangrijkst. PTSS maakt 2 slachtoffers, altijd. De patient en het thuisfront.”

Van der Vlies wil de boer op met zijn verhaal omdat hij wil dat het veel meer bespreekbaar wordt. Hij wil als pionier anderen waarschuwen en publiek waarschuwen: achter elke agent zit ook een mens. PTSS/ geestelijke schade is bij de politie nog altijd een taboe onderwerp. Hij wil een doorbraak forceren. “Ik wil het heel graag normaal bespreekbaar maken. Waardoor collega’s en leidinggevenden alerter worden, tijdig signalen onderkennen. Er kan veel schade voorkomen worden als je er op tijd bij bent. Ik merk soms dat er liever over gezwegen wordt. Zware traumatische ervaringen, dat hoort erbij vindt men. Het is toch een beetje een macho-cultuur. Begrijp me niet verkeerd; mijn korps heeft me heel goed opgevangen. Er kan al heel veel. Het gaat me om een mentaliteitsverandering. Binnen de politie en bij het publiek.”

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.