De Nederlandse militaire missie in Afghanistan zit erop. De meeste militairen zijn weer thuis uit Uruzgan. Waar blijft de huldiging/ grachtentocht, vraagt het thuisfront zich af.

“Welkom thuis onze helden. Wanneer is de grachtentocht door Amsterdam?” Het staat op een van de spandoeken die de wachtende familieleden op de militaire vliegbasis Eindhoven bij zich hebben. Het wachten is op de Marinierscompagnie die terugkeert uit de oorlog in Afghanistan. Ik ben daar met cameraman Job Scholtze om een van de laatste lichtingen militairen uit de provincie Uruzgan te ontmoeten. Dat ene spandoek zet ons aan het denken. Waarom komt er eigenlijk geen huldiging, zoals bij Oranje?

20.000 militairen

Voor een twintigtal Oranjevoetballers die een maand lang goed voetballen loopt het hele land uit, ook al werden ze net geen wereldkampioen. De 20.000 militairen die de afgelopen vier jaar hebben gevochten in de Afghaanse provincie Uruzgan kregen een veel stillere ontvangst door het Nederlandse publiek. Wel een groot onthaal van hun collega’s, kinderen, familie en vrienden, die zich luidruchtig op de mariniers storten die nog wat verdwaasd uit het vliegtuig stappen.

Na vier jaar strijd, vechten en Haagse politieke onenigheid is het voorbij. De Nederlandse Taskforce Uruzgan is klaar in de Afghaanse provincie na een verbeten wederopbouw en vechtmissie. De meeste militairen zijn inmiddels weer thuis. Morgen geven de Strijdkrachten het commando door aan de Amerikanen. Heeft het geholpen, is de vraag die het land nu bezighoudt.

Resultaat

De opbrengst na 4 jaar Nederlandse betrokkenheid in Uruzgan geeft een verdeeld beeld. De Nederlandse troepen trainden 1600 Afghaanse agenten, 3000 Afghaanse militairen, veegden gebieden schoon voor wederopbouw van het Middeleeuwse land. Er zijn scholen gebouwd, watersystemen aangelegd, boeren op weg geholpen, wegen gebouwd, ziekenhuizen neergezet. Maar daar ergens houden de positieve berichten op. Er vielen veel slachtoffers: aan Nederlandse, Afghaanse, Amerikaanse, Australische zijde. Veel stabieler is Afghanistan niet geworden. Het land is nog steeds in staat van oorlog. De gevreesde Taliban lijken zelfs sterker dan ooit en houden de bevolking in angst. Het geweld is niet verdwenen, Afghanen moeten nog altijd vrezen voor terreur en altijd over de schouder kijken naar gevaar.

Nieuwe missie

Was het verstandig nu weg te gaan? Die vraag blijft onbevredigend in de lucht hangen en leeft in stilte bij veel militairen, politici, ontwikkelingswerkers. “Het is jammer dat we nu weggaan, het is alsof je iets achterlaat”, zegt marinier Rick nadat hij blij en opgelucht is herenigd met zijn jonge gezin. Hij heeft bermbommen geruimd, de weg vrij gemaakt voor opbouwtroepen. Niet zonder gevaar, de Taliban lagen op de loer. “Maar er staat nu wel een school waar 700 kinderen naartoe gaan. Die hadden eerst niets.” Dat voortzetten was Rick veel waard geweest. Oud-minister Ben Bot trapt dit weekend af in EenVandaag met een nieuw pleidooi: het nieuwe kabinet moet gewoon weer een nieuwe – kleinere – opbouwmissie sturen. Want Nederland is nog niet klaar vindt hij.

Nieuwe politieke besluiten of niet: de Nederlandse militairen zijn daar elke keer lichting na lichting met gevaar voor eigen leven heengegaan. Dat verdient waardering. Dus wanneer is de grachtentocht?

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.