Open kaart spelen! Niets moet erger zijn voor de baas van een geheime dienst. Maar de geest is uit de fles. De Snowden-files over de Amerikaanse NSA hebben een  domino-effect veroorzaakt. Ook de Nederlandse geheime dienst (AIVD en MIVD) ligt daardoor onder vuur. Maar volgens een net gepresenteerd rapport – van de commissie Dessens –  hebben de AIVD of de MIVD niets te vrezen, want al dat heimelijk rondneuzen gebeurt precies binnen de grenzen van de wet. 

De wet wordt dan mogelijk niet overtreden, maar op z’n minst scheert de veiligheidsdienst vaak rakelings langs wat kan en mag. Weten we alles? Nee dus. Er is weliswaar een permanente toezichtcommissie die geheime activiteiten aan de wet toetst, maar over wie inlichtingen worden verzameld, komt niet elke week een persbericht naar buiten. Het staatsbelang mag dan hét excuus voor geheimhouding zijn, het is ondenkbaar dat een geheim agent steeds éérst de wet er op naslaat voordat ie in actie komt.

Rare enquête

De oppositie in de Tweede Kamer heeft het ambitieuze plan een parlementaire enquête van de grond te krijgen. Als dat al lukt, gaat het een rare enquête worden. Want wat komen we te weten? Ook onder ede blijft een staatsgeheim staatsgeheim.

En wat te denken van de rol van de fractievoorzitters? Die worden elke drie à vier weken in een vergaderzaaltje pal naast de kamer van de Tweede Kamervoorzitter geïnformeerd door de ministers van Binnenlandse Zaken, Defensie en Justitie over geheime operaties. Die vergadering van de zogeheten commissie stiekem, bestaat al sinds 1952 en wordt voorgezeten door de fractievoorzitter van de grootste partij. Namen en rugnummers worden ook in deze vergadering niet gegeven, maar er wordt veel  meer verteld dan wij in de krant lezen.

De fractievoorzitters die de regering moeten controleren, mogen met de informatie niks doen. Lips are sealed, thuis en in de eigen fractie. Het wordt tijd dat de Tweede Kamer meer inzicht krijgt hoe de veiligheidsdienst precies ons privéleven binnensluipt, vooral omdat de commissie Dessens ervoor pleit de geheime dienst juist méér gluurbevoegdheid te geven.

Infiltreren

Toch moeten we niet doen alsof we in Madurodam leven en van elke stap van de AIVD of MIVD in paniek raken. ‘Onthullen’ dat studenten worden benaderd voor specifieke inlichtingen, is niet nieuw. En wie verbaasd is dat er soms ongevraagd wordt ‘meegekeken’ bij mailen en thuisbankieren, leeft in een wereld die niet bestaat. ’t Is wel een onderzoek waard om erachter te komen hoe gemakkelijk providers meewerken aan meekijken.

Maar infiltreren in actiegroepen of in politieke partijen; zelf als geheime dienst een partij oprichten om te kijken wie daar op afkomt, dossiers van politici, intellectuelen, en journalisten aanleggen; journalisten benaderen om informatie te geven. Ervan opkijken is naïef. De geschiedenis van de BVD – de voorloper van de AIVD – is uitvoerig beschreven. En wie even het archief induikt komt vanzelf tegen hoever een geheime dienst soms gaat. Wat ooit gebeurde, gebeurt nog steeds. 

Het belang van de staat is niet per definitie hetzelfde als het belang van de burger. Zo’n enquête over het gluurgedrag van de overheid is ’n mooie aanleiding weer ‘ns precies aan te geven waar de grens ligt. De grens tussen geheim, privé en openbaar.

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.