Na een nacht vol rellen maant minister-president Balkenende de woedende Amsterdammers tot kalmte. De politie heeft traangas moeten gebruiken om honderden stenengooiende demonstranten onder controle te krijgen. Na urenlang spoedberaad met het kabinet is besloten het leger in te zetten. Militairen rukken op naar de hoofdstad met slechts één doel: honderden tonnen stinkend afval opruimen.

Zo ongeveer moet de situatie zijn in Napels. Toch eigenlijk om de hoek, in EU-land Italië, bedenk ik me terwijl ik aanschuif in de rij achter de bakken papier, karton, hout en ijzer. Terwijl het centrum van Napels, een kleine 2000 kilometer verderop, intussen voor even is schoongeveegd, breng ik braaf mijn vuilniszakkenen en bergen papier naar een hypermodern scheidingsstation in Hilversum. Het contrast kan niet groter zijn. Inwoners van de zuidelijke stad zouden hier onderhand een moord voor doen.

Napels zwicht nog altijd onder tonnen stinkend afval. En met de lente en zomer in het vooruitzicht gaat vuilnisbelt Napels weer een zware tijd tegemoet. In de voorsteden leven de mensen tussen autobanden, huisvuil, matrassen, plastic en giftig bedrijfsafval. Zo'n 90.000 ton (!) ligt op straat. Dat zijn zo'n achttien voetbalvelden vuilniszakken die liggen te rotten in de zon.

De vieze rommel blijft op de straat liggen omdat de vuilnisophalers het nergens kwijt kunnen. Geen fijn afvalscheidingstation zoals hier in Hilversum. Napolitanen doen sowieso niet aan het scheiden van afval. Alles komt op één grote hoop -en zelfs die hoop (letterlijk en figuurlijk inmiddels) is er niet. Bestaande vuilnisbelten zijn tjokvol en verwerkingsinstallaties zijn er niet.

Goed -ook bij ons wordt illegaal afval gedumpt in bossen en we mogen nog wat beter ons best doen met afval scheiden- maar het is toch een walhalla vergeleken bij Napels. We zetten een groene of grijze bak aan de straatkant of we laden de achterbak vol met glas, papier, hout en kleding, zoals in mijn geval, en je rijdt naar het scheidingstation. Hier kan je de slogan van de Gewestelijke Afvalstoffendienst Gooi- en Vechtstreek in de praktijk beleven: 'Afval is leuk'. Een man met een bestelbus stort puin in de puinbak, een moeder en zoon brengen spullen naar de kringloopbak, een vrouw komt de oude keuken van haar overleden moeder brengen.

Die gezelligheid is in Napels ver te zoeken. Bewoners protesteren tegen de komst van hoognodige nieuwe stortplaatsen omdat ze die ' vies' vinden. Politici durven vervolgens hun plannen voor een scheidingsstation of ouderwetse vuilstortplaats niet door te drukken, uit angst stemmen te verliezen.

Bedrijven gooien nog eens olie op het vuur door het dumpen van tonnen giftig afval in de streek. Er is geen controle dus ze kunnen hun gang gaan. De Camorra spint er garen bij, want zolang het een zooitje blijft, verdienen zij geld met het stiekem dumpen van afval.

Als je het beschavingsniveau van een stad of land kan aflezen aan hoe de inwoners met hun vuilnis omgaan, dan is het slecht gesteld met Napels.

Experts waarschuwen voor mogelijke epidemieën als tyfus en cholera. Uit wanhoop steken inwoners containers met afval en bergen zakken in brand. Een noodoplossing, want bij het verbranden van ongescheiden huisafval komt het giftige dioxine vrij. Vandaar al het gehamer van overheden om afval toch vooral gescheiden aan te bieden en op te halen. Door de talloze illegale vuilnisstortplaatsen, die hun stoffen lekken in grond(water), lopen Napolitanen ook al een grotere kans op kanker.

En dan is afval ineens niet zo leuk meer.

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.