Sinds 2006 zijn er diverse meldingen van mogelijk seksueel misbruik, dan wel seksueel grensoverschrijdend gedrag door medewerkers van 't Hofnarretje gemeld bij verschillende instanties van de politie. Twee van deze meldingen hadden betrekking op Robert M., maar leidden niet tot verder onderzoek. Dit staat in het rapport dat vandaag verscheen van de commissie Gunning dat onderzoek deed maar de Amsterdamse zedenzaak. Vanavond in EenVandaag: had het Amsterdamse crèchedrama waarbij 85 kinderen werden misbruikt voorkomen kunnen worden?

In 2006 werd een eerste melding gedaan door een huisarts. Deze zou betrekking hebben gehad op een vrouwelijke medewerker van het kinderdagverblijf. Het bureau zedenpolitie zag geen opsoringsindicatie in de zaak.

De eerste klacht aan het adres van Robert M. werd in 2008 ingediend. Twee moeders maken melding over een voorval met hun zoons. Ook deze zaak leidt niet tot een verder onderzoek door de politie.

In 2009 ontvangt de politie een tweede melding over M.. Een ex-werknemer van de crèche belt met het meldpunt Meld Misdaad Anoniem. De ex-werknemer geeft aan dat Robert M. een kinderdagverblijf wil beginnen maar dat er bij zijn vorige werkgever dingen zijn gebeurd die niet door de beugel kunnen. Deze melding is nooit door het meldpunt doorgespeeld naar de Amsterdamse politie. De ex-werknemer heeft voor haar telefoontje met MMA tevergeefs bij de leiding van het Hofnarretje aangekaart dat zij Robert M. ongepaste handelingen had zien verrichten.

De burgemeester van Amsterdam Eberhard van der Laan stelde vorig jaar december een commissie samen die moest onderzoeken hoe Robert M. jarenlang kinderen seksueel kon misbruiken. Deze commissie Gunning, vernoemd naar voorzitter Louise Gunning-Schepers, heeft ondermeer gekeken naar de bestaande regelgeving en het handelen van de betrokken crèche, overheidsinstanties en andere partijen die te maken hebben met deze zaak.

De commissie concludeert onder andere dat "de betrokken instellingen en overheidsinstanties zowel in hun eigen taakuitoefening als in de onderlinge samenwerking steken hebben laten vallen." De commissie stelt dat "de kinderopvangsector in de eerste plaats zelf verantwoordelijk is voor zijn kwaliteit en voor de veiligheid van kleine kinderen. Het risico van seksueel misbruik van kinderen kreeg in de dagelijkse praktijk minder aandacht dan nodig is."

Over de directeur van het Hofnarretje zegt de commissie dat hij “de klachten en meldingen van vermoedelijk seksueel misbruik serieuzer had moeten nemen en de verantwoordelijkheid had moeten nemen om deze incidenten adequaat te onderzoeken en de resultaten daarvan door te geleiden naar politie en GGD die van een houder verwacht had mogen worden.”

De aanbevelingen in het rapport zijn erop gericht de ontdekking van seksueel misbruik in de toekomst zo min mogelijk aan het toeval over te laten. Vooral het naleven van protocollen is hierbij erg belangrijk. Een striktere interpretatie en aanscherping van de voorgeschreven beroepskracht-kindratio is hiervoor noodzakelijk. Dit betekent dat altijd twee volwassenen de kinderen in een groep moeten kunnen zien of horen. Ook pleit de commissie voor meer hoger opgeleiden en een betere screening van nieuwe medewerkers in de sector.

Lees ook