Ieder jaar worden er zo'n tien Nederlanders in het buitenland vermoord. Dat levert voor nabestaanden problemen op die er niet zouden zijn als het slachtoffer in Nederland zou zijn vermoord. 

Zo is het in Nederland vanzelfsprekend dat je als familie door politie op de hoogte wordt gehouden van het strafonderzoek naar de dader door een familierechercheur. In het buitenland is dat zeker niet vanzelfsprekend. Integendeel, politie werkt daar lang niet altijd aan mee. Ook zijn taalproblemen en fysieke afstand ineens een grote barrière.

Daarnaast kunnen nabestaanden van personen die in Nederland zijn vermoord een beroep doen op een schadevergoeding uit het schadefonds. Maar wie nabestaande is van een vermoorde persoon in het buitenland, heeft meestal geen mogelijkheid om een financiële tegemoetkoming te krijgen, zeker als de moord buiten Europa is gepleegd. Dat is extra schrijnend, daar juist deze categorie nabestaanden veel extra kosten zal maken zoals reiskosten, vertaalkosten van stukken uit het strafdossier en verblijfkosten. 

Rechtsongelijkheid

Hier is sprake van rechtsongelijkheid, zegt Jan van Kleef, voorzitter Federatie Nabestaanden geweldsslachtoffers in EenVandaag. Hij pleit voor een nationaal schadefonds waar ook de nabestaanden van vermoorde mensen in het buitenland uit zouden moeten kunnen putten:

‘Zij lopen tegen enorme financiële problemen aan, reizen naar het buitenland, rechterlijke bijstand, repatriëring, allemaal kosten die niet gedekt worden door de overheid. Dat kan oplopen tot wel honderdduizend euro. Zij staan er helemaal alleen voor, dat is een rechtsongelijkheid. Wij willen daarom dat de overheid een schadefonds opzet voor deze nabestaanden.' 

Waar lopen nabestaanden in de praktijk tegen aan? Schrijver Simon Vuyk portretteert in zijn boek Kwaad, dat morgen verschijnt, de familie Searle-Van Leeuwen. Hun dochter Brenda werd in 2000 in Mexico vermoord. In EenVandaag een interview met het echtpaar. Zij vertellen hoe moeizaam de afhandeling van de moord verloopt.

Het echtpaar verwachte steun van het ministerie van Buitenlandse Zaken. Die hadden de familie aanvankelijk gerust gesteld met de belofte ze bij te staan in hun zoekvragen. Is de dader al in beeld? Hoe verloopt het strafonderzoek en later, het proces? Kunnen wij als familie iets in dat proces betekenen? Maar volgens de familie heeft Buitenlandse Zaken het vooral laten afweten. Tot op de dag van vandaag is nog onduidelijk of de dader zijn straf volledig in Mexico zal uitzitten, tot groot verdriet van het echtpaar. 

Het tweeluik dat Simon Vuyk schreef over onder andere de moeizame afhandeling van moorden in het buitenland.

Buitenlandse zaken: veel veranderd

Volgens het Ministerie van Buitenlandse zaken is er veel veranderd in de wijze waarop het ministerie met nabestaanden omgaat. Zo heeft iedere nabestaande nu recht op een casemanager die ze begeleidt. Maar volgens Jan van Kleef verloopt die samenwerking tussen het ministerie en de nabestaanden verre van soepel: ‘Het gaat niet in alle gevallen even soepel. De ene casemanager is de andere niet. Het is niet altijd even eenvoudig om iedereen even hard te laten lopen. Ik denk dat dat voor verbetering vatbaar is.'

Moeder vermoorde Hester van Nierop in Radio EenVandaag

In Radio EenVandaag een gesprek met Arsène van Nierop. Haar dochter, Hester, werd op 19 september 1998, bewusteloos geslagen, verkracht, vermoord en met een handdoekje onder het bed geschoven. Dit gebeurde allemaal in de Mexicaanse stad Ciudad Juárez. De beruchte stad waar in het verleden al honderden vrouwen werden vermoord.

Reactie ministerie van Buitenlandse Zaken

'Nabestaanden willen natuurlijk graag weten wat er is gebeurd wanneer een geliefde omkomt in het buitenland. Hiervoor is men afhankelijk van de informatie die de buitenlandse autoriteiten geven en dat is soms niet veel. In sommige gevallen kan er geen informatie worden gedeeld in het belang van het onderzoek, soms wordt er geen verder onderzoek meer gedaan. Buitenlandse Zaken kan dan navraag doen naar de stand van zaken en de wens van de familie om informatie te krijgen, overbrengen.

De eerste vragen gaan altijd over het vrijgeven van het lichaam en de repatriëring. Familieleden willen vaak hun geliefde zo snel mogelijk naar Nederland krijgen. Daar kan het ministerie van Buitenlandse Zaken ze bij helpen. Daarna volgen vaak ook vragen vooral die ingaan op wat er precies gebeurd is. Is er al een dader gepakt bijvoorbeeld? De autoriteiten van het land waar het overlijden plaats heeft gevonden leidt het onderzoek. De Nederlandse politie kan soms wel hulp aanbieden.

In 2016 publiceerde het Ministerie van Justitie en Veiligheid het rapport 'Grensoverschrijdend slachtofferschap'.'

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.