Door Arend-Jan Boekestijn

Drie jaar geleden wierpen de Amerikanen het regime van Saddam Hussein omver. En deze week vond er de grootste militaire operatie sinds de invasie plaats. Velen beginnen nu te twijfelen of de Amerikanen er wel goed aan gedaan om Saddam af te zetten. Anderen menen dat de Amerikanen na de invasie grote en vermijdbare fouten hebben gemaakt.

De Amerikanen hoeven zich niet te schamen voor het feit dat zij een van de wreedste dictators van onze tijd hebben afgezet. Saddam had geen wapens maar dankzij de Amerikaanse invasie weten wij nu dat hij op het punt stond om zijn wapenprogramma’s weer op te starten. Deze week werd ook bekend in een voorpublicatie van het Amerikaanse blad Foreign Affairs dat Saddams zoon Uday in 1999 opdracht gaf aan de Fedayeen om zelfmoordaanslagen in Europa en het Midden Oosten voor te bereiden. Tijdens de invasie waren de voorbereidingen hiervoor in volle gang. Foreign Affairs verhaalt ook hoe irrationeel het tirannieke bewind van Saddam was geworden aangezien hij voortdurend omringd werd door onderdanen die de zaak veel te rooskleurig voorstelden. Ook als Saddam in 2003 was blijven zitten was op termijn een militaire confrontatie onvermijdelijk geweest.

Hebben de Amerikanen tijdens de bezetting vermijdbare fouten gemaakt? De plunderingen, het probleem van de poreuze grenzen en de etnische spanningen waren beter hanteerbaar geweest indien Rumsfeld meer soldaten had ingezet. Ook als Saddam echter was blijven zitten en er bijvoorbeeld een erfopvolgingstrijd was uitgebroken tussen zijn zoons was de kans groot dat de sjiieten (60% van de bevolking) op een gewelddadige wijze een einde zouden proberen te maken aan de soennitische dictatuur (slechts 20%). Haal de ijzeren vuist van Saddam weg en het op soennitische overheersing gebaseerde Britse bouwwerk van 1920 stort ineen. Een burgeroorlog lag sowieso op de loer.

Ook de kritiek dat de Amerikanen te veel de Koerden en de sjiieten hebben gesteund is curieus aangezien het juist de Amerikanen zijn geweest die met een grondwet de rechten van de minderheden wilden beschermen. Dat zowel sommige sjiettische als soennitische groeperingen nu op een burgeroorlog aansturen vloeit toch echt voort uit hun eigen agenda en niet van die van de VS.

Overtuigender is de kritiek dat de Amerikanen er ten onrechte van uitgaan dat democratisering en stabiliteit samen kunnen gaan. De Iraakse samenleving wordt al eeuwenlang verscheurd door etnische en religieuze conflicten en heeft nauwelijks ervaring met democratische instituties. Bovendien is er een belangrijk verschil tussen democratisering zoals dat in het Westen plaatsvond en in Irak. Bij ons ontstond democratie in homogene samenlevingen waarin minderheden meerderheidsbestuur accepteerden omdat zij de kans hadden om zelf een meerderheid te worden. In Irak echter heeft een minderheidsstatus een permanent karakter omdat het voortvloeit uit religie en etniciteit. Vandaar dat de VS zoveel waarde hecht aan de grondwettelijke bescherming van de minderheden. Soennieten geloven echter niet dat een stukje papier hen zal beschermen.

Een guerilla-oorlog wordt niet op het slagveld beslecht. Pas als in soennitische kring constitutioneel denken ingang vindt en de sjiieten zich weten te beheersen kan de geweldspiraal doorbroken worden.

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.