Met zijn berekeningen wil hij  laten zien dat massale immigratie en de Nederlandse verzorgingsstaat niet samengaan. “Nederland kan maar beperkt verantwoordelijkheid nemen voor mensen die op de vlucht zijn.’’ Jan  van de Beek doet al jarenlang onderzoek  naar de kosten van immigratie. Hij studeerde wiskunde en antropologie en promoveerde op de economische effecten van migratie. In de asielmigranten die hier al zijn moeten we volgens Van de Beek investeren in onderwijs zodat ze snel aan het werk kunnen.

Zijn analyse dat massa-immigratie een bedreiging vormt voor de verzorgingsstaat roept felle reacties op. Hij zou extreem rechts in de kaart spelen, het zou onethisch zijn om op puur economische redenen naar migratie te kijken en hij zou vluchtelingen een trap nageven.  “Het is een pijnlijk onderwerp’’, zegt hij.  “In onze uitgebreide verzorgingsstaat kun je niet ruimhartig migranten opnemen. De kosten hangen voor een belangrijk deel af van een ding: krijgt een migrant werk en levert hij een economische bijdrage aan de samenleving?’’

LEES OOK: Onderzoek: Helft vluchtelingen voelt zich eenzaam

Voor zijn onderzoek heeft hij demografische gegevens en kostenprofielen van onderzoeksbureaus zoals het Centraal Bureau van de Statistiek (CBS) in een wiskundig model gestopt. Zo berekende hij dat een gemiddelde autochtoon over een heel leven de Nederlandse staat gemiddeld 50.000 euro kost. Een Nederlander kost aan het begin van zijn leven veel aan onderwijs en aan het einde van zijn leven aan gezondheidszorg, in de tussentijd levert hij de verzorgingsstaat geld op door het betalen van belasting.

LEES OOK: Groepsgesprek met vluchtelingen: wat vinden zij?

De gemiddelde asielmigrant kost volgens Van de Beek tussen de 200.000 en 400.000 euro. “Asielmigranten kosten zoveel omdat zij een groot beroep doen op de bijstand en ze daardoor economisch weinig bijdragen’’, zegt Van de Beek. Uit onderzoek blijkt dat na 15 jaar slechts een derde een baan heeft van 30 uur of meer.

De bijstandsafhankelijkheid verschilt per groep: Somaliërs scoren het slechtst: 70 procent is  bijstandsafhankelijk. Afghanen en Iraniërs doen het beter. Gemiddeld is 40 procent afhankelijk van een uitkering.  

LEES OOK: 'Verlies geen tijd, haal snel Nederlands diploma' 

“Voor de hoog opgeleiden geldt dat menselijk kapitaal, zoals opleiding en werkervaring niet makkelijk is mee te nemen naar een ander land’’, zegt Van de Beek. “Een advocaat in Syrië is opgeleid binnen een heel ander rechtssysteem dan in Nederland. Dat geldt ook voor een architect, een arts of een ambtenaar. De mensen die wel makkelijk inzetbaar zijn zijn lassers en ingenieurs uit de petrochemische industrie in Syrië.’’

Hij ziet een kloof tussen de morele plicht om asielmigranten op te vangen en de morele verantwoordelijkheid om de zwakkeren in de eigen samenleving op te vangen. “Als we te veel niet productieve en laaggeschoolde migranten opnemen ontstaat een nieuwe onderklasse.

Op de langere termijn is dat onhoudbaar voor ons systeem van sociale voorzieningen. Een oplossing zou kunnen zijn om mensen strenger te selecteren  op hun menselijke kapitaal zoals opleiding en werkervaring zoals in de Verenigde Staten en Australië gebeurt. En in de mensen die hier al zijn moeten we investeren in onderwijs.’’

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.